Minister Dijkgraaf stuurt Kamerbrief over gelijkwaardige behandeling van mbo-studenten

Alle studenten in Nederland verdienen een gelijkwaardige behandeling en een onderwijsomgeving waarin zij hun talenten optimaal kunnen ontwikkelen. Het maakt daarbij niet uit of zij een mbo-, hbo- of wo-opleiding volgen. Minister Dijkgraaf heeft 6 juli Kamerbrief gestuurd waarin hij aandacht vraagt voor de gelijkwaardige behandeling van mbo-studenten en de stappen om dit te realiseren.

Mbo-studenten moeten volwaardig deel kunnen nemen aan studentenleven

Hoewel er de afgelopen jaren voortuitgang is geboekt, ervaren mbo-studenten nog steeds belemmeringen bij volwaardige participatie in het studentenleven. In zijn brief benadrukt de minister dat er meer ruimte moet komen voor mbo-studenten om deel te nemen aan het studentenleven. Er zijn concrete afspraken gemaakt in de Werkagenda mbo om de positie van mbo-studenten in het studentenleven te versterken. Zo kunnen mbo-studenten in steeds meer steden deelnemen aan gemeenschappelijke introductieperiodes en gebruikmaken van bestaande studentensportfaciliteiten. Ook wordt er gestreefd naar een studentenkaart voor alle mbo-studenten.

Verkleinen verschillen in financiële voorzieningen

Naast de deelname aan het studentenleven, is ook de gelijkwaardigheid op financieel gebied van belang. De afgelopen jaren zijn er al verbeteringen doorgevoerd, zoals de uitbreiding van het studentenreisproduct voor minderjarige mbo bol-studenten. Minister Dijkgraaf heeft onlangs ook de terugbetalingsvoorwaarden voor mbo-studenten onder de wet herinvoering basisbeurs gelijkgesteld aan die voor hbo- en wo-studenten. Ook laat de minister onderzoeken of het mogelijk is om het reeds betaalde lesgeld automatisch te restitueren aan mbo-studenten die voortijdig stoppen met hun opleiding.

De minister heeft instellingen verder aangespoord om kritisch naar de leermiddelenlijsten te kijken en om de terugkoopregeling voor ongebruikte leermiddelen bekender te maken onder studenten. Veel instellingen hebben hiermee positieve resultaten behaald. De minister waardeert het initiatief om leermiddelen voor basisvakken kosteloos beschikbaar te stellen aan studenten tot 18 jaar. Hij onderzoekt momenteel de uitvoeringsmogelijkheden en de consequenties hiervan voor mbo-instellingen.

Trots op het mbo

Ten slotte benadrukt minister Dijkgraaf in de brief het belang van vakmensen in de samenleving en de noodzaak om trots te zijn op het mbo. Een belangrijke stap is het benoemen van mbo-studenten als studenten, gelijkwaardig aan het hbo en wo. In opdracht van OCW heeft CBS onderzoek gedaan naar alternatieven voor de huidige onderwijsterminologie, maar er is nog geen geschikt alternatief gevonden. Verder vraagt de minister het College voor de Rechten van de Mens om advies over een mogelijk verbod op onderscheid naar opleidingsniveau in de Algemene wet gelijke behandeling. Ook zal hij het College vragen te adviseren over andere manieren om ongelijke behandeling tussen mensen met verschillende opleidingsniveaus tegen te gaan.

Lees ook het nieuwsbericht ‘Dijkgraaf werkt aan herwaardering mbo in samenleving