Eerste voortgangsrapportage NP Onderwijs najaar 2021

De eerste voortgangsrapportage Nationaal Programma Onderwijs (NP Onderwijs) is een feit. Op 28 oktober informeerden ministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob de Tweede Kamer over de voortgang van het NP Onderwijs. De rapportage bevestigt de noodzaak van de investeringen van het kabinet. Scholen hebben de afgelopen periode hard gewerkt om deze vertragingen in kaart te brengen en plannen te maken om die vertragingen weer in te lopen.

Het gaat in deze eerste rapportage hoofdzakelijk om de plannen die scholen en instellingen hebben gemaakt voor het lopende en volgende studiejaar tot januari 2023. Het eerste beeld van de implementatie van het NP Onderwijs in het mbo en hoger onderwijs is positief. Docenten, studenten en bestuurders uit het mbo en het hoger onderwijs hebben in de afgelopen periode hard gewerkt aan het in kaart brengen van vertragingen en het maken van plannen om die vertragingen weer in te lopen. Ondanks de korte doorlooptijd is het uiteindelijk 95% van de instellingen gelukt een NPO-bestedingsplan in te dienen met formele instemming of voorlopig akkoord van de medezeggenschap.

Impact coronamaatregelen is groot

Het beeld uit deze voortgangsrapportage sluit grotendeels aan bij het beeld dat er was bij de start van het NP Onderwijs. Het bevestigt de noodzaak van de investering die het kabinet voor leerlingen en studenten heeft gedaan. De impact van de coronamaatregelen op het leven en de studie van studenten is groot. In het mbo, meer dan in het ho, hebben studenten studievertraging opgelopen. Met name de studenten in een kwetsbare positie hadden het moeilijk. Daarnaast geven aanmerkelijk meer studenten dan voor de pandemie aan last te hebben van mentale problemen en motivatieproblemen.

Duidelijke prioritering, wel diversiteit in uitwerking

Uit de plannen blijkt een duidelijke prioritering. De scholen kiezen vooral voor het aanpakken van problemen die studenten ondervinden bij de overgangen tussen en binnen de onderwijssectoren en de verbetering van het studentenwelzijn (samen goed voor circa driekwart van de middelen). De plannen zijn zowel naar keuze van inhoudelijke uitwerking als in gedetailleerdheid van de toelichting evenwel zeer divers. Naast de voorgenoemde thema’s speelt ook de aanpak van de stageproblematiek en de beschikbaarheid van leerwerkbanen vanuit de scholen in zowel het mbo als het hbo een rol van betekenis. Op het gebied van stages zijn overigens nog andere maatregelen genomen, zoals het verlengen van het stage-offensief van SBB en de verhoging van de budgetten voor de subsidie praktijkleren voor de leerbedrijven. Gelukkig is het economisch tij gunstig. De sterke groei van de werkgelegenheid en de daling van de werkloosheid geeft kansen om de stagetekorten en vertragingen in te lopen en het aantal leerwerkbanen weer op peil te brengen.

Aandachtspunten

Het is in dit stadium nog te vroeg om uitspraken te doen over de uitvoering en effectiviteit van de plannen. Daarvoor worden de volgende rapportages benut. Instellingen zien twee aandachtspunten als het gaat om de uitvoering van hun plannen, en wel: de werkdruk in relatie tot het docententekort en de ingewikkeldheid van de inzet van incidentele middelen in relatie tot de langetermijnproblematiek, vooral als het gaat om de lerarentekorten.