Kamerbrief en open brief over gelijke waardering voor alle onderwijsvormen

‘We hebben ieder talent nodig. Door het vervolgonderwijs als “waaier” in te richten, waarin verschillende opleidingen gelijkwaardig naast elkaar liggen, kunnen we een aantal belangrijke doelen bereiken. Voor de maatschappij, de arbeidsmarkt én vooral voor studenten zelf. Als student kun je gemakkelijker de juiste plek vinden. Of dat nu op het mbo, hogeschool of de universiteit is.’ Dit schrijft Dijkgraaf in een brief aan de Tweede Kamer én – in ietwat andere bewoordingen – in een open brief aan alle toekomstige studenten van Nederland. De minister stelt dat het tijd is om de volgende stap te nemen en roept iedereen op mee te doen.

Er is grote vraag naar mbo- en hbo-opgeleide mensen in vooral de zorg, onderwijs en techniek. Maar in het onderwijs is een race naar de top ontstaan waar een ‘hogere’ opleiding status geeft, deuren opent en een reeks voordelen biedt. Voordelen die van generatie op generatie worden doorgegeven en zorgen voor meer levensgeluk. Dat moet anders, vindt Dijkgraaf. Juist onderwijs kan een cruciale rol spelen in het verminderen van ongelijkheden en het bevorderen van verbinding in de samenleving. Jongeren moeten een plek vinden die past bij hun wensen en talenten, wat leidt tot meer succes als student. Hij waarschuwt voor de druk om een ‘zo’n hoog mogelijke’ opleiding te doen: het zorgt voor stress en een hoger risico op uitval.

In plaats van een ladder van ‘laag’ naar ‘hoog’ ziet de minister het onderwijsstelsel ‘graag als een waaier waarin verschillende opleidingen naast elkaar liggen, ieder met hun eigen kwaliteiten, goed op elkaar aansluiten en als gelijkwaardig worden gezien.’ Door het vervolgonderwijs zo in te richten, kunnen we een aantal belangrijke doelen bereiken. Daarvoor kunnen we nu al enkele maatregelen nemen.

Betere begeleiding bij studiekeuze

Zo wil Dijkgraaf onder meer dat de begeleiding tijdens het studiekeuzeproces wordt verbeterd, zodat studenten gemakkelijker de juiste plek kunnen vinden. Vorig jaar werden alle eindexamenkandidaten al nadrukkelijk gewezen op het beroepsonderwijs. Ook moeten studenten zich in de ‘waaier’ gemakkelijk van de ene naar de andere onderwijsvorm kunnen bewegen, bijvoorbeeld van mbo naar hbo. Het meenemen van studiepunten of het volgen van voorbereidende modules moeten hieraan bijdragen.

Meestertitel

Een ander doel is dat alle studenten op een gelijkwaardige onderwijservaring kunnen hebben. Nu zijn bepaalde voordelen zoals toegang tot studenten(sport)verenigingen, uitgaansgelegenheden of studeren in het buitenland vooral voor hbo- en wo-studenten. Dit moet anders. De eerste stappen zijn gezet. Zo kunnen mbo-studenten in steeds meer steden deelnemen aan introductieweken. Maar Dijkgraaf vindt dat er meer kan gebeuren. Zo denkt hij aan een meestertitel voor mbo-studenten die zich na hun diploma verder willen bekwamen in hun vakmanschap. Dat kan vooral interessant zijn voor hoogwaardige technologische bedrijfstakken als de hightech. En wat gebeurt in mbo, is ook interessant voor hbo en wo. Zo kunnen hbo- en wo-studenten baat hebben bij een sterkere koppeling tussen opleiding en beroepspraktijk (zoals in het mbo gebruikelijk is). Over de precieze invulling van de doelen wil de minister in gesprek met het onderwijsveld.

Meer samenwerking

Verder moet het vervolgonderwijs zo worden ingericht dat onderwijsvormen beter met elkaar samenwerken op het gebied van onderwijs en onderzoek. Dijkgraaf steekt daarom 1 miljoen euro in onderwijsprojecten waarin gemengde studententeams van verschillende onderwijssectoren samenwerken, elk vanuit hun eigen expertise. Belangrijk effect is dat studenten (en docenten) van deze drie onderwijssectoren elkaar dan vaker ontmoeten.

Aanpassing taalgebruik

Verder pleit minister Dijkgraaf voor een aanpassing van het taalgebruik over het vervolgonderwijs. Woorden als ‘hoog’ of ‘laag’ opgeleid houden ongelijkheid in stand en staan de ontwikkeling van talent in de weg. ‘Daar moeten we echt mee stoppen’, schrijft de minister in de open brief aan de studenten. Want de ene studie staat niet boven de andere. Alle soorten opleidingen zijn gelijkwaardig. Of het nu mbo, hbo of wo is.’

De minister roept de studenten op om ‘de vrijheid te nemen om te kiezen voor een studie die bij jouw talenten past. Om te bepalen wat jij wilt worden. Samen met je leeftijdsgenoten verander je zo ook het onderwijs van de toekomst. Bijvoorbeeld omdat dan meer studenten naar het beroepsonderwijs gaan.’ De oproep van de minister wordt ondersteund door studentenorganisaties JOB MBO, ISO en LSVb en door het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS).

Het gesprek blijven voeren

Ingrijpende besluiten zijn aan een volgend kabinet, maar minister Dijkgraaf blijft de komende tijd wel het gesprek voeren over de waaier, wat ermee bereikt kan worden en hoe dat zou moeten gebeuren. Dat gesprek voert hij in de Kamer, maar ook met het onderwijsveld zelf. Binnenkort organiseert de minister een bijeenkomst met het onderwijsveld om ideeën en goede voorbeelden van samenwerking binnen onderwijs en onderzoek te delen. En natuurlijk kun je als onderwijsprofessional zelf ook in gesprek gaan met je studenten. Je kunt hiervoor de open brief als aanleiding gebruiken.