Vijfde voortgangsrapportage NP Onderwijs: eerste verbeteringen zichtbaar, maar gevolgen coronacrisis nog niet voorbij

De gevolgen van de coronacrisis zijn nog altijd merkbaar in het onderwijs. Nog steeds kampt een deel van de leerlingen en studenten met studievertragingen en mentale problemen, veroorzaakt door de pandemie. Wel zijn de eerste lichtpunten zichtbaar: de terugkeer van fysiek onderwijs doet leerlingen en studenten goed en de studievertraging loopt terug. Dit blijkt uit de vijfde voortgangsrapportage van het Nationaal Programma Onderwijs (hierna: NP Onderwijs). 

De bestedingen van de NP-Onderwijsbudgetten zijn op schema en onderwijsinstellingen zijn hard aan de slag met de uitvoering van het programma. De eerste voorzichtig positieve resultaten worden zichtbaar: uit de onderzoeken van de voortgangsrapportage blijkt dat de leergroei van leerlingen in het primair onderwijs in het jaar 2022-2023, het derde schooljaar sinds het uitbreken van de pandemie, gemiddeld weer op het niveau is van voor de pandemie.

Wel zijn er verschillen tussen de leerjaren. Ook het aandeel studenten met studievertraging in het vervolgonderwijs loopt terug, evenals het aantal uitvallers in het mbo en wo. In het hbo is de uitval van studenten in het eerste jaar wel nog hoger dan voor de coronacrisis. Voor het mbo en hoger onderwijs is 2023 het laatste reguliere loopjaar van het NP Onderwijs. Voor het primair en voortgezet onderwijs is dit het schooljaar 2024-2025.

Deel leerlingen en studenten kampt nog met hardnekkige problemen

Ondanks deze voorzichtig positieve resultaten, zijn de gevolgen van coronacrisis in het onderwijs nog niet voorbij. Nog steeds kampen groepen leerlingen en studenten met hardnekkige problemen. Leerlingen die op cruciale momenten in hun onderwijsloopbaan werden geraakt door de pandemie, bijvoorbeeld bij de overgang naar het voortgezet onderwijs of een opleiding, hebben vaak nog leervertragingen. Dit zien we bijvoorbeeld terug in de uitval van de eerstejaars hbo-studenten.

Ook kampt een deel van de leerlingen en studenten met mentale problemen, deels veroorzaakt door de pandemie en deels met andere oorzaken. In het voortgezet onderwijs zijn deze de afgelopen periode bovendien nog verder toegenomen. Dit laat zien dat blijvende inzet op welzijn nodig is.

Fysiek onderwijs vrijwel overal weer de norm

Welbevinden, motivatie en sociale binding zijn cruciale voorwaarden voor leerlingen en studenten om zich te kunnen ontwikkelen. Het belang van de onderwijsinstelling als sociale omgeving is door de coronacrisis eens te meer duidelijk geworden. Het feit dat onderwijs tegenwoordig weer fysiek plaatsvindt, draagt sterk bij aan het welzijn, de motivatie en de prestaties van leerlingen en studenten. Onderwijs op locatie is (nagenoeg) overal weer de norm; online onderwijs wordt met name ingezet als verrijking. Mede door de terugkeer van fysiek onderwijs, kampen minder studenten in het mbo en hoger onderwijs met mentale problemen. Ook keert hun motivatie steeds meer terug.

Aandacht voor de lange termijn

De gevolgen van de coronacrisis voor het onderwijs zijn nog steeds merkbaar. De thema’s van het NP Onderwijs vragen daarom nog altijd aandacht. Scholen in het primair en voortgezet onderwijs hebben nog tot schooljaar 2024-2025 om het NP Onderwijsgeld in te zetten. Onderwijsinstellingen in het mbo en hoger onderwijs hebben, na de reguliere looptijd tot eind 2023, nog één uitloopjaar waarin zij het laatste deel van het geld kunnen inzetten.

Ook blijft het ministerie van OCW aandacht besteden aan de thema’s van het NP Onderwijs in andere onderwijsprogramma’s, zoals het Masterplan basisvaardigheden voor het funderend onderwijs, de Werkagenda mbo en het Bestuursakkoord hoger onderwijs en wetenschap. Het gaat dan bijvoorbeeld om het slimmer inrichten van het schooljaar en verbetering van de ondersteuning van leerlingen en studenten. Om de eventuele langdurige gevolgen van de pandemie voor leerlingen en studenten in kaart te kunnen brengen, blijft het ministerie van OCW hen ook na het NP Onderwijs volgen.

Evaluatie in 2024: mbo en hoger onderwijs

Tijdens het uitloopjaar 2024 voor het mbo en hoger onderwijs, start ook de evaluatie van het programma voor deze sectoren. Adviesbureau Berenschot voert het onderzoek uit en benadert in 2024 de onderwijsinstellingen om gegevens en ervaringen op te halen. Om een goed beeld te krijgen van het effect van het programma, worden er onder meer themabijeenkomsten en gesprekstafels voor de sector georganiseerd en vragenlijsten verstuurd. Verder vinden er het komende jaar op een beperkt aantal instellingen deep dive-gesprekken plaats. Daarbij wordt de diepte ingegaan op het pakket aan maatregelen dat binnen een instelling is ingezet. Verder wordt besproken hoe studenten, docenten en teamleiders dit hebben ervaren. Eind 2024 is er een kenniscongres (met een feestelijk tintje). Onderwijsinstellingen kunnen dan geleerde lessen met elkaar uitwisselen.

Meer weten? Lees dan in de vijfde voortgangsrapportage uitgebreid hoe het gaat met leerlingen en studenten en met de uitvoering van het programma. Of lees de Kamerbrief.