Voortvarende start en monitoringsplan voor Werkagenda en Stagepact mbo

Sinds in februari de Werkagenda mbo en het Stagepact mbo zijn ondertekend is er hard gewerkt om studenten, instellingen en praktijkopleiders actief te betrekken bij de uitvoering ervan. Alle partijen zijn samen aan de slag gegaan om de positie van mbo-studenten te versterken en hen zo kansrijk mogelijk op te leiden. De minister van OCW schetst in een brief aan de Tweede Kamer wat er al in gang is gezet. In het monitoringsplan ‘Zicht op wat werkt’ beschrijft hij hoe hij de voortgang op de gezamenlijke doelen de komende jaren in kaart zal brengen.

Met de Werkagenda en het Stagepact bundelen vertegenwoordigers van studenten, docenten, werkgevers, mbo-instellingen, gemeenten en het ministerie van OCW hun krachten om mbo-studenten optimaal kansrijk op te leiden en te zorgen dat praktijkleren voor alle studenten in het mbo een veilige, waardevolle en positieve ervaring wordt. De ondertekenaars zetten zo maximaal in op gelijke kansen, nog beter onderwijs en een betere aansluiting op de arbeidsmarkt voor alle studenten in het mbo.

Samen werken aan talent en investeren in kwaliteit

Deze onderwerpen leven; de ondertekenaars van de Werkagenda en het Stagepact willen graag samen aan de slag om de positie van mbo-studenten te versterken en hen zo kansrijk mogelijk op te leiden. Daarvoor is de betrokkenheid van studenten, instellingen, praktijkopleiders en leerbedrijven essentieel. Alle aangesloten partners hebben daarom hun achterbannen geïnformeerd over wat de afspraken voor hen betekenen, hen actief betrokken en tot actie opgeroepen.

De mbo-instellingen maken voor de Werkagenda en het Stagepact plannen in samenspraak met hun interne en externe partners. Met de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2024–2027 kunnen instellingen een aanvulling op hun reguliere bekostiging ontvangen om de doelstellingen van de Werkagenda te helpen realiseren. Inmiddels hebben tien instellingen hun kwaliteitsplan ingediend bij de onafhankelijke commissie die de plannen beoordeelt. De rest van de instellingen volgt uiterlijk 1 oktober 2023.

Met en van elkaar leren: zicht op wat werkt

Om de doelstellingen uit de Werkagenda en het Stagepact te bereiken is het nodig om goed te volgen welke voortgang de sector, instellingen en partners boeken. Daarvoor heeft minister Dijkgraaf het monitoringsplan ‘Zicht op wat werkt’ opgesteld, in afstemming met alle ondertekenaars. Het plan beschrijft de indicatoren die gemeten zullen worden en de opzet van de monitoring. De minister zal alle belangrijke ontwikkelingen met de Tweede Kamer delen in jaarlijkse voortgangsrapportages.

Het doel van de monitoring beschrijft de minister als volgt in zijn Kamerbrief: ‘De monitoring zal bij alle prioriteiten van de Werkagenda en het Stagepact inzicht geven in waar we staan, waar het goed gaat en waar bijsturing nodig is. […] Zo bouwen we kennis op over wat werkt en wat niet, om daar vervolgens met elkaar actie op te ondernemen. Uiteindelijk dient alle informatie die we ophalen om samen van te leren, het mbo naar een hoger plan te tillen en mbo-studenten alle kans te geven op een succesvolle, verrijkende en positieve studie-ervaring.’

Lees hier meer over de Kamerbrief Voortgang en monitoring Werkagenda mbo en Stagepact en het monitoringsplan ‘Zicht op wat werkt’.