Ministers roepen op tot leesoffensief

Ministers roepen op tot leesoffensief

Begin december 2019 is het nieuwe PISA-rapport gepresenteerd. PISA meet en vergelijkt de vaardigheden van 15-jarigen in 79 landen. De resultaten stellen niet gerust. Het gaat niet goed met de leesvaardigheid van jongeren. Het onderzoek bevestigt een trend die al enkele jaren te zien is. Jongeren besteden steeds minder tijd aan lezen en hebben steeds minder plezier in lezen. Het wordt nu ook zichtbaar dat het leesniveau van jongeren achteruitgaat. Dat baart zorgen. Want lezen is de basis van alle vorming − en het is cruciaal voor de kwaliteit van het onderwijs. Daarom starten de ministers van OCW een leesoffensief. Zij sluiten hiermee aan bij het eerdere advies 'Lees! Een oproep tot een leesoffensief' van de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur. Dit schrijven Van Engelshoven en Slob in hun brief aan de Tweede Kamer van 4 december 2019

Curriculumvernieuwing
Het leesoffensief bestaat uit de volgende maatregelen: een krachtige en samenhangende leesaanpak, een belangrijke rol voor bibliotheken en een breder en diverser aanbod van jeugdboeken. Naast het leesoffensief kan ook de curriculumvernieuwing een impuls geven aan het leesonderwijs. Leesplezier en leesmotivatie vormen belangrijke onderdelen van taalonderwijs. Het wordt ook onderdeel van het vernieuwde curriculum. Op deze manier kan modern en eigentijds onderwijs helpen om het leesplezier en de motivatie om te lezen op de lange termijn te verbeteren. 

Acties op de korte termijn
Op korte termijn komt er een publicatie voor alle scholen over wat werkt om het leesonderwijs te verbeteren. Ook gaan de ministers samen met onderwijs- en leesorganisaties in gesprek hoe zij het leesplezier kunnen vergroten. Hierbij zal er extra aandacht zijn voor groepen die nu achterblijven: jongens, vmbo-leerlingen en leerlingen die meertalig zijn opgevoed. Bibliotheken krijgen een belangrijke rol in de aanpak. Bovendien roepen de ministers ouders en grootouders op hun kinderen of kleinkinderen regelmatig voor te lezen. 

Meer scholen in het vmbo en mbo worden gestimuleerd om mee te doen aan het programma Kunst van Lezen. Het streven is dat er tussen nu en 2024 125 locaties van de Bibliotheek op School bijkomen in het vmbo. Dat is een groei van 187 naar 312 locaties in totaal. Het is ook de bedoeling om meer pabo’s aan te sluiten. Zodat ook toekomstige leraren weten hoe ze kinderen kunnen helpen meer plezier in lezen te krijgen.

Het probleem is bekend
De dalende leesvaardigheid is geen nieuw probleem. Lezen wordt al op verschillende andere manieren gestimuleerd. Zo krijgen ouders bij de geboorte van hun kind een jeugdlidmaatschap voor de bibliotheek. De aanpak Bibliotheek op School leidt ertoe dat kinderen gemakkelijk boeken kunnen lenen. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over een grotere beschikbaarheid van jeugdboeken bij de e-bibliotheek. Lezen is niet alleen noodzakelijk om zelfstandig mee te kunnen doen in de maatschappij. Uit onderzoek blijkt ook dat het ons leert om anderen beter te begrijpen en dat lezen het welzijn kan vergroten.